2 sjalotten
1 plak buikspek
50 g boter
30 g tarwebloem
500 ml Zillertal
Imperial
Zwickl
(of een ander
ongefilterd troebel
bier)
1 laurierblad
1 tl honing
500 g aardappelen, hoofdzakelijk
vastkokend
4 forelfilets
1 stengel prei
200 g wortels
4 takjes verse
tijm
een beetje verse
waterkers
zout, peper
Schil de sjalotten en snijd ze in kleine blokjes. Snijd het
buikspek in blokjes. Laat boter in een pan opschuimen.
Braad de sjalotten en het buikspek daarin aan tot
de sjalotten glazig zijn. Roer de bloem erdoor. Overgiet
deze met bier. Voeg het laurierblad toe. Kruid de
filets met zout en peper. Laat de saus met een
derde indikken.
Verwarm de stoomkoker voor op 100 °C of bereid
een pan met stoominzet voor. Schil de aardappelen,
snijd deze in schijfjes en daarna in ruitjes.
Doe de aardappelen in de stoominzet en stoom ze 10 minuten.
Bereid ondertussen de forelfilets voor.
Kruid de filets met zout en peper.
Was de prei en snijd deze in schuine schijfjes.
Schil de wortels en snijd deze in staafjes. Voeg beide
toe aan de aardappelen en stoom alles nog eens 10
minuten. Trek de tijmtakjes uit elkaar en verdeel
ze over de vis. Braad de vis aan de huidzijde
op hoge temperatuur aan, laat de vis daarna op lager
vuur gaar worden. Laat ondertussen de saus door een
fijne zeef lopen.
Dien de forelfilets op met groente,
aardappelen en een beetje saus op voorverwarmde borden.
Garneer met waterkers en een beetje peper.